De Europese/internationale opleidingsstructuur lassen, een historisch overzicht

 

Op initiatief van België en Duitsland werden eind vorige eeuw de lasopleidingen geharmoniseerd. Deze harmonisatie startte vanuit ECCW, de Europeaan Council for Cooperation in Welding, het overkoepelend orgaan van de Europese lasinstituten.

Omdat in alle landen een cursus “lasingenieur” werd georganiseerd/gehouden, werd besloten om te starten met dit hoogste niveau van opleiding. De bijkomende reden van deze keuze was dat de daaronder liggende niveaus toen minder goed waren gedefinieerd en toen dus ook minder gemakkelijk op één lijn te brengen.

Deze eerste geharmoniseerde opleiding (1991) kreeg de titel: European Welding Engineer.

Omdat ECCW geen rechtspersoonlijkheid had, werd begin de negentiger jaren van vorige eeuw, besloten om EWF = European Welding Federation, op te richten. Het werd een Internationale vzw met zetel te Brussel,  met hetzelfde adres als het BIL (Belgisch Instituut voor Lastechniek).

Omdat de totale structuur van de lasopleidingen in de verschillende Europese landen niet 100% gelijk liep werd besloten om niet vier (EWE, EWT, EWS en EW) maar vijf niveaus in te voeren: EWE, EWT, EWS, EWP  en EW.

Eind de negentiger jaren was de opleiding EW = European Welder een feit!

De opleidingsstructuur bestond, maar deze moest nog op een geharmoniseerde manier worden ingevoerd in de verschillende landen. Er werd daarom besloten, binnen EWF, dat er in elk land één ANB mocht komen. ANB staat voor: Authorized Nominated Body, en de ANB’s moeten erop toezien dat de internationaal vastgelegde regels,  van het geharmoniseerd opleidingssysteem, correct worden geïmplementeerd. Om te waarborgen dat de ANB’s hun taken correct uitvoeren werken deze met een kwaliteitssysteem. Dit kwaliteitssysteem wordt om de vijf jaar ge-audit door EWF/IIW, en daartussenin is er nog een opvolgingsaudit.

De taken van een ANB zijn de volgende: auditen van de opleidingscentra, verantwoordelijk voor het afnemen van de examens van de opleidingen en uitreiken van de diploma’s.

De opleidingscentra of ATB’s (= Approved Training Body) in elk land worden ge-audit door de ANB. Eerst is er een initiële audit; daarna zijn er verlengingsaudits (om de vijf jaar) met daartussenin telkens een opvolgingsaudit, dit naar analogie met het systeem dat wordt gevolgd/toegepast voor de ANB’s.

De audit van de ATB bestaat erin dat de opleiding wordt beoordeeld wat betreft inhoud, vorm en implementatie, dit wil zeggen: nagaan of de opleiding voldoet aan de minimumeisen gesteld in de richtlijn voor de betreffende opleiding. Tevens worden de CV’s van de lesgevers geëvalueerd, alsook de lokalen waarin de lessen zullen gegeven worden en ook de praktijkruimten voor de praktische opleiding.

Voor de opleiding EW moeten de lesgevers van de praktische opleiding tevens beschikken over een geldig lasserskwalificatiecertificaat van de opleiding die ze geven. Bijkomende specifieke eisen voor een opleiding zijn neergeschreven in de guideline/richtlijn van deze opleiding.

Begin deze eeuw werden de Europese opleidingen, welke werden geharmoniseerd door EWF,  overgenomen door het IIW (International Institute of Welding). EWE (European Welding Engineer) werd IWE (International Welding Engineer) enz.,  namelijk IWT, IWS, IWP en IW. De IIW diploma’s zijn equivalent aan de EWF diploma’s. Het voordeel van deze “internationalisering” is dat er nu wereldwijd slechts één opleidingssysteem bestaat voor lasopleidingen en dat de diploma’s wereldwijd worden erkend. De groep die binnen IIW verantwoordelijk is voor deze opleidingen, is de International Authorisation Board (IAB).

 

Omdat in België het BIL ook opleidingen organiseert en het dan “rechter en partij” zou zijn, werd besloten om naast het BIL een andere vzw op te richten. Dit werd de Belgische Vereniging voor Lastechniek – BVL.

De Belgische Vereniging voor Lastechniek, BVL (Association Belge du Soudage, ABS) is door EWF en IIW erkend als Authorized Nominated Body (ANB) voor België en is als dusdanig verantwoordelijk, in België, voor de correcte implementatie van de verschillende systemen voor “Education, Training, Qualification and Certification” en de opleidingen van EWF en IIW. De opleidingen waarvoor BVL volledige autorisatie heeft verkregen van EWF/IIW zijn: E/IWE, E/IWT, E/IWS, E/IW, E/IWIP,  IRW B/S, EAB, EAS,en EWCP 1090-2-B/S en preliminary authorisation voor IW Diver Welder.

De uitgereikte diploma’s zijn internationaal erkend

 

BVL is lid van / vertegenwoordigd in:
EWF, IAB Groep A en IAB Groep B van het IIW
 
 
 
Deel dit bericht
Deel dit bericht